We’ve updated our Terms of Use to reflect our new entity name and address. You can review the changes here.
We’ve updated our Terms of Use. You can review the changes here.

Wegenkaart

by Wibo Kosters

/
  • Streaming + Download

    Includes unlimited streaming via the free Bandcamp app, plus high-quality download in MP3, FLAC and more.
    Purchasable with gift card

      €8 EUR  or more

     

  • Record/Vinyl + Digital Album

    Luxe gouden vinyluitgave van het album Wegenkaart, met negen stencilkunst-kunstwerken. Een bij elke track op het album, door Viorica Cernica, Lies Kortenhorst, Marcel Herms, Bas Kosters, Rien Renema, Hellen Abma, Aalt van de Glind, Yelitza Jansen en Bart Koldewee.

    Includes unlimited streaming of Wegenkaart via the free Bandcamp app, plus high-quality download in MP3, FLAC and more.
    ships out within 5 days
    edition of 200 
    Purchasable with gift card

      €20 EUR

     

1.
een koninkrijk op de groei langs ons huis komen en gaan de treinen levenslijnen in de handpalm van een reus IJsselopwaarts lopen pelgrims fietspadasfalt vind je Jacobsschelpen slechts gebroken in het zand waar mijn dochter bergen bouwt de stad van haar maakt straat voor straat Turkse bruiloften horten toeterend langs de woestijnroependen in het park smelten met de schapen op de Worp en de boten op het IJsselwater tot haar verhaal ik zal met haar lopen haar alles tonen de tover van deze plaats uit de stenen slaan zo wacht de stad de schone taak haar koninkrijk te zijn
2.
avondwandeling op zoek naar licht 1. Wat zo veelbelovend begon Was steeds veelbelovend gebleven Al was je ten diepste gedreven En deed je soms meer dan je kon Niets nieuws was er onder de zon Het stond in de sterren geschreven Wat zo veelbelovend begon Was steeds veelbelovend gebleven Het deed er niet toe of je won Of ergens hebt op moeten geven Zoals alles kwam in het leven Zo ging alles, zonder pardon Wat zo veelbelovend begon 2. Ik weet vaak niet waar het aan ligt Wat licht is maak ik zwaar Wat zwaar is geeft gewicht Ik ben bang om te verdrinken in gemis Ik zou graag willen vluchten Ver weg uit het zicht, misschien Heb ik het donker nodig Om te kunnen zien hoe licht Twijfel brand als haardvuur Zoeken lijkt mijn lot Terwijl de schijnwerper Een beetje met me spot Als ik het licht ooit vind Eet ik het op Zodat ik altijd straal Voor iedereen zoekt 3. ik loop langs het kermisterrein waar duizenden lampen warm en fel en suikerzoet branden voor de laatste tien bezoekers op een koude donderdagavond zo zou het licht moeten zijn voor wie ernaar zoekt laat de late donderdagavondkermisganger vloekend en knipperend tegen het licht liever dwalen in het duister zich ten slotte oprollen onder de struiken terwijl de zoekers zich als motten verzamelen in de hitte en het licht
3.
Astronaut 05:47
astronaut 1. En wat het is dat ik het licht zie van een stad en deze nacht die verder vliegt, nog verder van het pad de berg op en heuvelaf. Ik dacht dat ik iets wist. En nu? De stewardess knikt. Meneer? U had een wens. U had ergens naartoe gewild. Helaas. Er is een grens. De wereld smelt als pizzakaas. Ik schenk u jus d’orange. Bedank me. Zet uw lichaam schrap. We landen op de maan. Een noodstop. U treft geen verwijt. Het probleem is dat de mens niet zonder zuurstof kan. Maar boven klapt het kapje uit. Zet dat maar op uw neus. Blaas. Adem rustig in en uit. Ga naar de nooduitgang. Glij. Laat uw zelf los. En geef uw geest vrij baan. We dwalen van de wereld af. Zo ver. En oh, zo plat. 2. ik ben een ruimtestation waarin een astronaut door het luchtledige drijft de lucht is ijl en ergens op de intercom zingt een meertalig engelenkoor oh antwoord dan kom antwoord toch de astronaut drijft onverstoorbaar door langzaam maken we banen om de aarde mijn astronaut en ik ik stoot alle modules af en wacht op wat hij wil het blijft stil als de ruimte de grote leegte om ons heen ik wilde zegt de astronaut uit het niets dat ik wat verlangde zoals ik weet dat ik ooit verlangde zijn woorden drijven in mij rond ik tik instemmend in mijn leidingen het is wachten nu of er wat komt 3. leegte om ons heen het geluid is uit uren in de ruimte zweven nergens heen het lijkt een eeuwigheid we vliegen voorbij hard als het kan gaan hard als de tijd langzaam maken we banen mijn astronaut en ik banen om de zon we zweven nergens heen met jou tegen mij aan leegte om ons heen
4.
ondertussen thuis op een dag was er een bodemloos gat in de tuin een bord met zoek mij niet ik ben op reis zo heb ik iedereen misleid ik ben thuis zoals altijd er is niemand die mijn aanwezigheid vermoedt als je goed kijkt ben ik groots en niet te missen schraag dit dak de lucht en sterren schrijd regelmatig alle vensters langs ik lijk slechts een schim in een gedicht zoek mij niet want ik ben onvindbaar in mijn eigen lichaam is niemand thuis ik ben een schim achter een gordijn in een gedicht
5.
Armen open 04:12
armen open 1. aalscholvers drogen hun veren op de lantaarnpalen bij het park lijken met open armen de hemel te ontvangen deze winter liep er een verdwaasd over straat probeerde met kapotte vleugels in de lucht te raken gebogen en zwalkend uit zijn element leek hij op een onfortuinlijke dronkaard in een overgrote jas die balanceert schreeuwt en uitreikt naar verkeer dat om hem heen slechts zijn weg vervolgen wil ik weet niet of het goed kwam passeerde zoals ik ook om de dronkaards en de schreeuwers heen loop nu ik de aalscholvers zie onder de zon hoop ik dat hij er ook bij zit heel gemaakt en uitgestrekt naar iedereen om wie heen gelopen wordt 2. voor de spelers voor de drinkers voor de gok onder de maan verkeerde kaarten foute handen waar dronken ongeluk rond slaat 3. Zoals je beweegt van adem naar dood van geboorte naar sneeuw en sporen nalaat van vossenpoten de wind door het duin waait bladeren stuiven op en konijnen zetten brillen op om goed te kunnen lezen wat je schrijft: “Verboden toegang voor onbevoegden allen die hier aanwezig zijn zullen worden verwijderd op eigen kosten er is een wegsleepregeling van kracht van nu tot de volgende ochtend en alle andere dagen tot aan de horizon. Zo waarlijk helpe mij God almachtig.” Zo moet het zijn in mijn optiek. Zo staat het hier te lezen. Dit is het reservaat van de regels. Dit is het distillaat van de tijd.
6.
Wegenkaart 05:41
wegenkaart op een dag loop ik de stad uit voorbij de bruggen die als krammen over de scheur van de IJssel liggen en zie de stad is een staafgrafiek met maar weinig uitschieters naar boven heeft zich als uienringen uitgebreid om zijn houtenkerkige kern de eenvoudige nederzetting is er nog altijd het stadshart een trage gemeenschap met tijd voor een praatje tegelijkertijd willen mensen zoveel klotst het leven bruisend door straten vol horeca en evenement hier heb ik wortels gegroeid mijn huis bevolkt heb ik geleerd aanwezig te zijn proefondervindelijk heb ik deze stad uit geruchten en vermoedens geschapen regelmatig heb ik woorden aan dingen gegeven en ze daarmee er laten zijn ik ben een godje een minuscuul klein godje in een stad die honderdduizend goden telt elke dag construeren we honderdduizend versies van de stad die langzaam krimpt in wat we vergeten weer uitdijt als de stroom van onze ervaringen en al onze geschiedenissen in zich draagt ik besta honderden keren duizenden misschien in een verhaal word weer vergeten en figureer hier en daar de man in de achtergrond met zijn cappuccino die uit het raam staart naar het winkelpubliek mensen verdwijnen met wie ze zich nog herinnerde nieuwe schudden elkaar de hand ik ken duizenden plekken zoveel steden mijn leven een wegenkaart die ik tot nieuwe velden vouw langzaam loop ik mijn wereld uit en hoe verder ik kom hoe groter hij blijkt de Welle langs de IJssel af en door de kleine steegjes dwalen de Viking die zich hopelijk tot trotse Mimik ontpopt langs het Pothoofd met zijn klimop en Amstelreclame voorbij de sluis die als een cipier de schepen insluit ik zou een TomTom willen van de toekomst zien hoe de stad update na update groeit waar ik straks heen ga als ik thuis intyp en hoe vaak ik onze dochter help verhuizen van Zandweerd naar Vijfhoek misschien wel voorgoed buiten het bereik van het zachte zingen van de IJssel je weet niet waarheen de liefde je leidt of welke dromen je te dromen krijgt zelf zie ik me nog jaren lopen door deze stad tot ik blind word voor zijn schoonheid of liever: gegrepen door een verlangen als ik kiezen kon dan zou het dat zijn een onmogelijk alles verterende behoefte de onbekende weg het droomgezicht een achterdeur om door naar buiten te glippen dwalen om thuis te kunnen komen
7.
ambulance blues in mijn zandbakdagen zat magie in de grond galmden de motoren van de ijsselschepen als doemprofeten over de nieuwbouwwijken terwijl ik scheefgroeide kroop je onder het maaiveld leek je zonder make-up niet te bestaan ik zei niets ging gewoonweg over de jaagpaden van mijn jeugd de wereld in ik leerde mijn hoofd te stoten en te troosten maar niet hoe te blijven kende de ongelukkige vrouwen beter dan ik mezelf kende de kinderen het schreeuwen ik las sprookjes voor tot ik ziek werd van mezelf ik wist niks maar kende alle crisisnummers uit mijn hoofd als ik ambulances zag fietste ik sneller naar huis en op een dag voorgoed voorbij ik lees in de privéadvertenties dat een detective vermiste dingen opspoort ik bel ik wil mijn jeugd terug hij zegt dat alles onderling verbonden is vertelt me waar mijn autosleutels liggen mijn interne criticus en ik kijken door de gebarsten voorruit alsof jij het beter doet zeg ik die nacht droom ik van ziekenhuizen en de maagpompen waarvan ik de codering als mantra prevelde ik word een man van leugens besluit ik die zo hoog reiken dat ik niet meer te zien ben misschien dat we elkaar tegenkomen en dat ik dan maar ik hoop het niet op reünies houd ik de sfeer erin voor een steeds legere zaal als ik buiten kom zijn de cafés leeg de perrons verlaten zelfs de klokken zijn naar huis alleen bij het busstation brandt nog licht en de speakers zeggen dat we het niets snel naderen hoe je dat soms vergeet en er daarom iemand nodig is om je dat te vertellen er is een man die voor iedereen een andere leugen heeft zichzelf vergeet ik zie hem vaak we zeggen elkaar dat het goed komt allemaal
8.
Lunchroom 07:31
lunchroom een bejaarde man drinkt koffie bij de HEMA alleen lepelt onhandig melkschuim uit ik stel me voor dat hij eenzaam is ik zit in de lunchroom en kijk naar de zomerse meisjes op straat daar zijn straten voor bedacht denk ik om die meisjes op te laten lopen en er zou een liedje moeten zijn dat een beetje pijn doet van mooi zoals een zomers meisje en een licht verlies de caissière glimlacht vandaag niet ze vindt me niet aardig denkt een klant de rest van de dag zal een gevoel van onbehagen aan haar blijven knagen ze zal haar man vragen of ze wel een leuk mens is hij zal haar niet-begrijpend aankijken op sommige dagen lijkt kleding als gegoten andere dagen als afdank van een gargantuaanse oudere broer zo ook de wereld vandaag trok de man hem ongemakkelijk aan en hoopte dat niemand op hem letten zou schoolmeisjes lachen aan een tafeltje verderop hij wordt rood Herman van Veen zingt al twintig jaar dat de bom nooit valt op een oude Basfcassette in mijn hoofd de cassetterecorder is al jaren stuk en Herman van Veen zingt maar door over mandarijntjes die tastbare liefde worden kletsnatte clowns die niemand ziet naar verluidt bevindt zich in elke generatie een potentiële Messias de caissière kijkt naar de rij wachtenden een gevoel van onbehagen maakt zich van haar meester wie wil er in godsnaam nog verlost als het zo moet het gros van de mensen zal nooit iemand redden langzaam raakt de wereld in onbalans mensen verkleven en roepen om bediening en superman maar uitvliegen toch blijven er mensen doodgaan het verleden gaat dicht als de veiligheidsdeur van een televisiefort wat ik nog wilde vragen we zullen altijd blijven gissen het groot Prisma citatenboek blijkt geen uitspraken over klaarkomen te bevatten daarentegen zijn meerdere pagina’s gewijd aan de hond een hond is een mens zonder het gebrek van taal toch mogen ze niet de HEMA in al zijn ze aangelijnd ondertussen worden de woorden schraal schilfert maanziek af tot de klinkers ik herhaal nog een dictee onmiddellijk twee dirkjes en twee liesjes hoe ontoereikend toch maar mooi het woord speelgoed mes verzamelobject ik geniet zo van hollandse eenheidsprijzen maatschappij amsterdam ik neem het mee thuis schrijf ik het in een schrift bij cachet er schieten me steeds fragmenten van de liefde te binnen een partner die ik ongemerkt voorbij fietste juist in gedachten op weg naar haar de partner die een tijgerin zei te zijn de partner die beter verdiende de partner waar ik bang voor was soms vrees ik weer te moeten hechten aan bij het observeren van een enkel of een stukje blote hals het is weekaanbieding 32 dat is onder meer wijn nootjes rode fietsbel dit zouden de ingrediënten kunnen zijn voor een nieuwe betere wereld maar voor wie straks gaat de HEMA dicht dan vraagt men mij om te gaan en over een aantal jaar wordt deze HEMA afgebroken de te vaak gedweilde vloeren uitgestort als gruis op landwegen ik zal daar lopen de zin begrijpen mijn gebed zeggen ik heb alles lief ik heb alles lief ik heb alles lief
9.
vandaag begin ik ik groeide op met het verdwijnen en verschijnen van grenzen zag volkeren vluchten en andere rijk worden terwijl spiegelpaleizen gebouwd worden in het zand vliegen we onbemand over resten van hutten stromen mensen als water tegen muren waar geen vijand voor bestaat we maken onze wereld klein en pakken alles alleen nog met sanitaire doekjes vast hier een doekje voor je gevoel een sanitair doekje om het nieuws het onthoofde westen dat zich als een nachtmerrieruiter over beeldschermen verspreidt hier leven we tussen de terreurmeldingen getraumatiseerde vluchtelingen gaan hardnekkig naar de huidhoudbeurs en ’s avonds temptation island op tv niemand snapt nog echt hoe het zit al zijn er genoeg mensen die een mening hebben dit is de wereld die mijn kind erft de wereld waar ik verantwoordelijk voor ben een heel klein stukje van de maalstroom die alles met zich mee zuigt de afgrond in maar als ik me vandaag omdraai je aankijk en jij de ander enzovoort dan zetten we langzaam de maalstroom stil

about

Wegenkaart, zo heet de elpee waarmee Wibo Kosters zijn stadsdichterschap (2017-2019) afsluit. Na de presentatie van zijn debuutbundel inwoner in 2018 wilde Kosters een andersoortige uitdaging. Geïnspireerd door samenwerkingen met muzikanten en een DJ-set met Elemenopee ontstond het idee voor een langspeelplaat met gedichten op muziek, met de Deventer undergrounduitgeverij Petrichor als curator voor de vormgeving. Petrichor vroeg negen kunstenaars voor de hoes, Kosters negen muzikanten, DJ’s en een geluidskunstenaar om met een aan hen toegestuurd gedicht een nummer te maken. Dat leverde een lieve, rauwe, akoestische en elektronische plaat op, met Robin Bleeker, De Reisgenoot, Vera Bon, Brommerdief, de Rocking Waldo’s, Elemenopee, Jeroen Diepenmaat en Martijn Holtslag van KNARS.

credits

released August 3, 2019

license

all rights reserved

tags

about

Wibo Kosters Deventer, Netherlands

contact / help

Contact Wibo Kosters

Streaming and
Download help

Redeem code

Report this album or account

If you like Wibo Kosters, you may also like: